Neuraal netwerk en uitlegbaarheid

Inleiding

Dit artikel gaat over de artificiële intelligentie methode “neurale netwerken” zoals uitgelegd en geprogrammeerd in Tariq Rashid’s fantastische “Make Your Own Neural Network” en enige opmerkingen ten aanzien van de uitlegbaarheid van een neuraal netwerk.

In dit artikel is de voorbeeldvraag een voor de mens simpele vraag: welk cijfer in een gegeven plaatje wordt gerepresenteerd? Met de neurale netwerk methode kun je de computer dit met 98% nauwkeurigheid laten zeggen.

Het neurale netwerk

Het neurale netwerk is bedacht naar analogie van hersenen: neuronen geven meer of minder sterke signalen af naar één of meerdere volgende neuronen. In de computer wordt dit nagebouwd met nodes (knooppunten) die verbonden zijn en sterktes waar het signaal mee doorgegeven wordt tussen de nodes.

Input zijn in deze voorbeeldvraag de geschreven cijfers in de vorm van de grijswaarden van een plaatje van het geschreven cijfer van 28 bij 28 pixel. De waarde van de eerste pixel gaat voor ieder cijfer steeds de eerste node in en zo verder. Er zijn 28 keer 28 inputnodes nodig.

In bovenstaand plaatje zijn de paarse bolletjes de nodes. Iedere node heeft input en output. De inputnodes geven hun input met de weging van de groene pijlen door naar de volgende laag. De node in de volgende laag krijgt de gewogen input binnen van de vorige laag. Dit wordt allemaal opgeteld, er wordt een sigmoide bewerking op toegepast waarmee het signaal afvlakt en het wordt weer doorgegeven met de weging van de groene pijlen aan de volgende laag. De outputlaag bestaat in ons geval uit de 10 nodes die ieder één van de cijfers voorstelt. Zo hebben we een neuraal netwerk.

Maar dit netwerk moet eerst “getraind” worden. Training houdt in dat de weegfactoren optimaal ingesteld worden. De training gebeurt op basis van gelabelde input; het goede antwoord moet bekend zijn om te trainen. Per cijfer wordt het cijfer ingelezen. Dit wordt met de wegingen en de sigmoide bewerking naar de volgende lagen gebracht. Aan het einde worden de waarden van de nodes in de outputlaag vergeleken met wat het antwoord zou moeten zijn. De fout van het totale netwerk wordt berekend. Op basis van deze fout worden de wegingen met behulp van differentiaalrekening iets aangepast. En het volgende cijfer wordt ingelezen.

Niet uit te leggen

Inleiding

AI zal groeien. Sommige financiële bedrijven gebruiken AI om zonder menselijke tussenkomst vast te stellen of iemand een lening krijgt. Als iemand nou geen lening krijgt, kan dat dan uitgelegd worden? Vinden wij het als maatschappij wenselijk of nodig dat zo’n besluit uitgelegd kan worden?

Onderstaande negen wordt door bovenstaand ontwikkeld neuraal netwerk aangezien voor een drie! Zie je hem aan mijn balie staan en zeggen: “U ziet toch dat ik een negen ben! Hoe kunt u mij nou voor een drie aanzien?” Hoe moet ik dat dan uitleggen?

Onvoldoende uitleg

Ik ga gewoon eerst proberen het uit te leggen en zal gelijk aangeven of ik mijns inziens slaag in een goede uitleg:

  • Je kunt uitleggen dat de pixels in het plaatje van de negen worden omgezet naar getallen. Dit is een stap die niet aansluit bij hoe mensen over plaatjes nadenken. Mensen denken dat de getoonde negen bestaat uit vormen, en dat zou ook de uitleg zijn waarom het een negen is. Iets in de trant van: Het is een negen want het is een klein rondje en dan een haal eronder rechtsonder van het rondje te beginnen en daar weer linksonder eindigend. Maar dat is meer de verklaring die het bewustzijn in woorden geeft, als dat iemand zou weten hoe het in zijn hoofd werkt dat hij gelijk ziet dat het een negen is.
  • Je kunt verklaren dat een bepaalde pixel die zwart of wit of grijs is, een grotere kans geeft op een 9 of een drie. De aannemelijkheid wordt hiermee verhoogd, zonder dat een mens echt doorziet wat er gebeurt.
  • Je kunt visueel de overlapping laten zien tussen de pixels in de te herkennen negen en de ideale negen en de te herkennen negen en de ideale drie. Zie onderstaand plaatje. Qua overlap is lichtblauw waar zwart met zwart overeenkomt en oranje waar wit met wit overeenkomt. Ik heb nou geen “O, nou zie ik het.” Het is vaag aannemelijk dat het fout gaat.

Uitleggen

Dan de theorie erbij. Wat is uitleggen? Uitleggen is volgens van Dale: verklaren, laten begrijpen.

Verklaren kan ik het wel. Ik kan laten zien hoe het netwerk in elkaar zit en kan het hele netwerk printen en laten zien dat na het toepassen van alle wegingen de kans dat het een drie is het hoogste is.

Uitleggen is een nogal subjectief begrip. Het zegt iets over een interactie tussen twee mensen, waarin de ontvanger van de uitleg uiteindelijk zegt: “Ik begrijp het” … of niet. En bij de uitleg van bijvoorbeeld wiskunde aan mensen die er minder goed in waren dan ik, heb ik vaak genoeg met de handen in mijn haar gestaan van: “Ja maar, dit is de uitleg. Dat is toch logisch? Zie je dat niet? Waarom snap je dat niet?” En ik heb ook aan de andere kant gestaan, waarbij ik het niet begreep, en niet eens kon uitleggen wat ik dan niet begreep.

Kortom, ik kan niet definiëren wat een goede uitleg is, en kan dus ook niet uitleggen waarom ik het gevoel heb dat ik aan de negen niet helder kan uitleggen waarom het netwerk haar als een drie ziet.

Je kunt niet in je hoofd nalopen of visualiseren wat het netwerk doet.

Toevalligheid van de methode

Het heeft zeker ook te maken met de niet-deterministische bepaling van de uitkomst. Als ik aan iemand vraag: Hoe weten jullie dat de raket op de maan terechtkomt, en hij laat de formules en berekeningen zien waarmee de baan van de raket is uitgerekend, dan “snap” ik dat er formules zijn. En ik weet dat als een capabel iemand dat zou narekenen er hetzelfde uitkomt.

In een neuraal netwerk zit toeval en een heuristische manier om tot een oplossing te komen. In een anders getraind netwerk, dat ook 2% fout doet, zou de negen er wel als negen uit kunnen komen, maar zou dan weer andere fouten maken. Dat maakt het zo onzeker en wat mij betreft zo onverteerbaar.

Er is geen voor de mens logisch te volgen uitleg: er is geen volgordelijke redenatie om een gestelde vraag te beantwoorden; er is wel een volgordelijk stappenplan (algoritme) wat de computer kan doorlopen om tot een antwoord te komen.

Conclusie

Een neuraal netwerk werkt en zelfs ik kan er een maken.

Wat is het gevolg dat je geen inzicht hebt in hoe het antwoord tot stand is gekomen? Zoals Tariq Rashid het zegt op pagina 178: “Once a neural network is trained, and performs well on test data, you essentially have a mysterious black box. You don’t really know how it works out the answer – it just does”. En de conclusie hieruit verwoordt hij ook beknopt en welsprekend: “The learning doesn’t often translate into understanding or wisdom about the problem the black box has learned to solve.”

In het geval van getallen herkennen is dat geen probleem, in het geval dat mensen wel of geen hypotheken krijgen lijkt het mij belangrijk dat de reden voor de mens zelf en voor de maatschappij duidelijk is.

Wat doe je met de foutieve 2%? Je zou als organisatie kunnen zeggen dat klachten altijd door mensen worden herbeoordeeld. We moeten misschien ook wetten opstellen waarbij in bepaalde gevallen AI geen besluitvormende macht mag hebben.

Aleksandr Solzhenitsyn, The Gulag Archipelago, Essence and hów you live

Introduction

I have read the Gulag Archipelago by Solzhenitsyn. It’s about the camps in communist USSR. It was very interesting, the horror meted out in meticulous detail, even though I read the abridged version of 500 pages instead of the original three-volume 1900 pages version. I recommend reading it.

The most interesting part for me was part IV “The Soul and Barbed Wire” though, where he describes what all this misery does to your soul, and then in particular chapter 1, where he describes the ascent of your soul in camp. So I made a detailed summary of part IV and a schematic summary of chapter 1.

Essence, not life; how to live, not the result

The red line I distilled from the first chapter is: you are in camp, and have loads of time to think, but about what, since you are not guilty? Because you are not guilty you get determined to survive, at first with the thought “at any price”. “At any price” means “at the price of someone else”. At this point the big fork, the big choice in camp life lies before you: Do you want to lose your conscience or your life? In this life it is the essence that counts, not life; it is how you live that counts, and not the result. If you make that choice by reconciling yourself with hard work, hunger and death, you become forgiving, merciful and mild; and you become proud and independent of what the bosses want to do to you.

In chapter two there are two examples:

Aunt Dusya Chmil. Guard: “Chmil, what is your article?” Chmil: “What term! … Till God forgives my sins – till then I’ll be serving time.” The Christians died most certainly, but they were not corrupted. Those who managed to see that things were not only bad for them, but even worse, even harder, for the neighbors.

Grigoryev. To guard: “I find it quite repulsive to talk to you. You will find many willing without me.” Guard: “You bastard, you crawl on all fours.” He left simply because he refused to wash the socks of the free bachelor construction supervisor. How many times did he select the worst and hardest lot, just so as to not to have to offend against conscience. Because of the astounding influence on his body of his bright and spotless human spirit, the organism of Grigoryev grew stronger in the camp.

O yeah, I want to become forgiving, merciful, mild, and independent. So I should not care about life and achievements, but focus on how to live. OK, will do. ☺. No, I am serious.

Sin

There is also this very interesting part of Solzhenitsyn having a discussion with somebody named Kornfeld. One of the things to think about in the camp is: what bad did you do in your life? Not according to the law, but according your own conscience. Kornfeld was of the opinion that no punishment was undeserved.

This was the first time that I sort of understood the Christian notion of “everybody is born into sin” and how that helps you. In a way it is true, I do many things I do bad or want to do better. On the other hand, accepting that this is so, it might be easier to accept life as it is, including the harsher realities.

Good and evil

The line of good and evil does not go through states, parties or classes. The line of good and evil goes through every human heart.

So there are no good and bad people. People take actions and you always need to look at the action to define whether it is good or bad. And you always need to look at your own actions as good or bad. That is – with yourself – where it starts.

This might be the answer to why having to study the bad. The bad is in you. It’s a personal thing to make the right decision.

Jordan Peterson, Tragedy vs Evil

Inleiding

Ik heb “Tragedy vs Evil” van Jordan Peterson op YouTube beluisterd en bekeken en uittreksels van gemaakt: een basis-uittreksel, wat ik on the fly in het Nederlands heb vertaald, is een beetje onevenwichtig: in het begin nog samenvattend wordt het aan het eind letterlijk uitgeschreven. En een globaal één A4-schema. De video is met veertig minuten te overzien en bevat veel van Peterson’s kerngedachten, vooral op de gebieden die mij interesseren: de condition humaine, hoe goed te handelen en waarom geloven mensen?

Samenvatting

Peterson legt uit dat de mens bepaalde beperktheid is en dat buiten de mens onbepaalde oneindigheid ligt. In de mens botsen deze twee: de oneindigheid overspoelt of dringt binnen bij de mens. En daar ontstaat tragiek uit: aardbevingen, kanker, geestelijke ziekte en roofdieren. De beperktheid kun je als goed zien: daaruit ontstaat de mogelijkheid te kiezen, en dus de vrijheid en verhalen. Idem voor de kwetsbaarheid: dat is waar je in de ander van houdt.

De mens wordt zich hiervan bewust. Hij krijgt bewustzijn over zijn kwetsbaarheid. Direct na zijn bewustzijn, en zijn mogelijkheid tot keuze, ontstaan goed en kwaad. (Adam en Eva). Hoe moet de mens reageren op dat zelfbewustzijn en die kwetsbaarheid?

  • Abel volgt de juiste manier door te “offeren”: een nederige opstelling tegenover de oneindigheid, confronteren van de kwetsbaarheid en de juiste beslissingen nemen en de juiste zaken opgeven of laten gaan. 
    • Je kunt het goede leren door je in het slechte te verdiepen, zoals het lezen van de Gulag Archipel van Solzjenitzyn.
  • Kaïn is het tegenovergestelde hiervan. Hij trekt zich terug uit de oneindigheid en vertrouwt op zijn eigen slinkse plannen. Dit loopt slecht af. 
    • Slechtheid is niet nodig, vrijwillig, heeft een soort esthetiek, verstoorde grappigheid, viering van gruweldaden, vernedering.
    • Slechtheid ontstaat uit wrok en arrogantie en het zelfbewustzijn van iemands kwetsbaarheid.
    • Peterson waarschuwt: met onze technologische macht wordt het nog belangrijker om het goed te doen.

Geloof is een manier om om te gaan met de het oneindige en onbekende: het vult de gaten van de kennis in. Hierdoor ontstaat ook de behoefte van mensen om vast te houden aan hun geloof, en dat is nodig, maar ook is het verdedigen van het geloof te vuur en te zwaard potentieel erg gevaarlijk.

Persoonlijk

Peterson weet als geen ander het abstracte met het concrete te verbinden. Ik heb een beeld wat het bepaalde beperkte in mij is, en hoe ik zelf met de confrontatie met het onbepaalde oneindige omga. Misschien kan ik best wat meer voor openstaan voor het oneindige, het onbekende, het onvoorspelbare, het onbegrijpbare en mij wat meer er aan overgeven in plaats van het te bevechten en (proberen) te beheersen.

Het is interessant hoe hij de uitspraak van de Buddha: “het leven is leiden” een stapje abstracter uitlegt: het leven is leiden omdat in de mens de beperktheid met de oneindigheid botst.

Het geeft antwoord op de vraag: Waarom geloven mensen? Het religieuze houdt zich bezig met de botsing tussen beperktheid en oneindigheid, hoe daar mee om te gaan. De mens heeft dat nodig. Dit omvat de antwoorden die ik zelf vroeger had. Mensen geloven in God omdat ze daarmee alles verklaren wat ze niet begrijpen, van waarom bestaat de aarde, via waarom valt een appel tot waarom is mijn kind gestorven. En als je in God gelooft en gelooft dat alles goed komt als je het goed doet, maakt dat het makkelijk om je over te geven aan dat de rest loopt zoals het moet lopen en je over te geven aan de oneindigheid en de onvoorspelbaarheid; dat geeft rust.

Wat ik prachtig vind is de uitleg waarom de beperktheid en kwetsbaarheid kern zijn van het mens zijn en nodig. Zonder beperkheid geen keuze en vrijheid, zonder kwetsbaarheid geen liefde.

Ergens vind ik dat je van het kwetsbare houdt nog een moeilijke te begrijpen gedachte. Ook dat je het goede zou leren door de Gulag Archipel te lezen. Die moet ik in de toekomst verder onderzoeken.

On Happiness

I stumbled upon the title “Happiness: A History by Darrin McMahon”. And from there upon a review by Roslyn Ross on Good Reads (pdf). Even though she gives five stars and writes “I loved this book”, I will probably never read it because of her quote from the book to show it’s unreadability: “Strong black coffee to clear the head of an evenings wine, his work served as a sobering reminder of the ancient wisdom of the Christian Fall.”

Roslyn Ross continues her review with a brilliant and concise summing up of the different views on happiness. Which I couldn’t help but put in a schema.

“Happiness” is often the answer from people on what the goal of life is. I doubt it. Of course it would be nice to be happy. But to define it as the single goal in life doesn’t make sense to me. There are a lot of things to do that just don’t make you happy. For example make sure you have food and shelter and help the people around you. The shortest way to happiness would be to use drugs and that does not seem to cut it.

Anyways, my view on happiness, following the columns of the schema:

  1. I can relate to that happiness doen’t exist on this earth. But it doesn’t move me very much. Life can be very tragic, happiness is indeed an ideal. Heaven is not a solution for me; we are talking happiness here and now.
  2. How to live doesn’t move me very much either. For some people it might be good advice, but it is too limited for me. I want to choose for myself and understand.
  3. Insight in happiness is mostly my cup of tea. Happiness has to do with desire. If you fulfill your desire you are happy, if your desire is not fulfilled you are not happy. Accept that the world works like that. (More of an Hinduist, Buddhist, Tantra way of looking).

Architecture Framework from The Open Group (TOGAF)

I studied TOGAF for the last four months. After training in April and May 2017, and a lot of study, I did the exam and was certified at level 2, with a score of 88,5%. During my studies I have made a summary of the basic concepts based on the study guide. And I have made some summaries per ADM phase: the objectives, the chapters, the deliverables, the steps in phase A, B, C, D, E and F and the steps in phases P, G, H and RM. I have retyped the table of contents, summarized chapter 23 the architecture principles  and made overviews of all figures and all figures very small.

And I made my own overview, not following a TOGAF scheme, but sort of an onion scheme of the organization and the deliverables per layer.

TOGAF

TOGAF is a good piece of work. A lot of cross-references are made how the different concepts relate to each other. Sometimes the method is too elaborate in describing every detailed step, like the step “schedule meeting”. The business-part makes it sometimes difficult, because it is the thing that manages the architecture, whereas at the same time the architecture development wants to change it. All this together makes it a lot and difficult to come to grips with the standard.

TOGAF is 70% process. The content model part IV is where you really learn something about how to design an architecture. Summaries of the contentmodel and the artifacts are helas missing in this post.

TOGAF is very top-down, whereby there seems nothing left for the application-design to do. The flebility is in using the method itself, in defining the iterations any way you deem necessary.

Architecture versus application design

Where stops architecture development and begins application design? It seems like TOGAF does not make the distinction; the method can be applied to architecture and application design. While modelling an IT-problem the granularity of the requirements and of the solutions need to match.

What are architecture requirements and how are they related to business requirements? At first I thought architecture requirements were a subset of or were derived from business requirements. But it is the other way around: business requirements are a subset of architecture requirements, next to data-, application- and technology-requirements.

In what detail do you document the architecture requirements? Intuitively I expect an architecture to be more global, about how systems work together. TOGAF does not say anything about the detail needed; it seems like all requirements are architecture requirements and need to be documented. My interpretation would be: architecture requirements need to be documented to the level they influence the architecture, to the level the architect deems necessary.

Zachman is clearer in this aspect. The basic idea is that you reificate from the conceptual level to the concrete level; from the business-idea to working code. And in between there is a level where the architect is responsible.

De twintigste eeuw: onzekerheid en individualiteit

Ik heb “Vreemder dan je je kunt voorstellen, een alternatieve geschiedenis van de twintigste eeuw” van John Higgs gelezen. Ik vind het een slechte titel, maar een goed boek. Het is heel leuk om aan de hand van allerlei sleutelfiguren door zoveel aspecten van de twintigste eeuw geleid te worden. Knap werk.

Ik heb een beetje slordig uittreksel gemaakt en geprobeerd een rode lijn te vinden in wat de twintigste eeuw nou karakteriseert. Ik kom op twee rode lijnen: 1) geen zekerheid en 2) individualisme.

In de twintigste eeuw is alle zekerheid gaan schuiven. Er is geen centraal punt meer waar alles om draait, vanuit waar zaken bekeken worden of die de waarheid vertegenwoordigen. Alles kan gerelativeerd worden. Natuurkundige wetten blijken ook onzekerheid of een zekere mate van onvoorspelbaarheid in zich te dragen. De wereld word door een deel van de mensheid als absurd en betekenisloos beschouwd. Er is een continue vernieuwing gaande die doel op zich is geworden.

En het individu is heel belangrijk geworden. Het gaat veel meer om “ik wil” en “ik voel”, gekoppeld aan de “ik wil geld”. Bedrijven zijn moeilijk te verantwoording te roepen en bestaan om te groeien zodat er meer geld voor de aandeelhouders wordt verdient. Wat die groei voor het niet-economische deel van de wereld betekent wordt niet beheerst.

Nou ja, nogal zwart/wit natuurlijk, en beperkt. Sorry daarvoor.

Het boek eindigt met een halleluja conclusie dat het met het internet en de sociale netwerken die daardoor ontstaan allemaal goed komt. Dus dat is goed nieuws ;-).

Covey, De zeven eigenschappen van effectief leiderschap

7 Eigenschappen
Het doel van Covey in “De zeven eigenschappen van effectief leiderschap” is – verderop meer daarover – hoe samen tot een synergetische oplossing te komen. Handig voor in het bedrijfsleven en privé.

  • Hiertoe wordt een ontwikkeling beschreven van afhankelijkheid via overwinningen op jezelf naar onafhankelijkheid. 1. Wees proactief. Je hebt keuzevrijheid. 2. Begin met einde voor ogen. Bepaal zelf je principes. Herschrijf je script. Bepaal je doel. Leiderschap. 3. Belangrijke zaken eerst. Plan. Geef voorrang aan belangrijke – en niet urgente – zaken. Maak jezelf beloftes. Houdt rekening met mensen, die gaan soms voor de planning. Delegeer. Management.
  • En van onafhankelijkheid via overwinningen met de omgeving naar wederzijdse afhankelijkheid. Covey stelt dat je niet de onafhankelijkheid kunt overslaan. 4. Denk win-win. 5. Eerst begrijpen dan begrepen worden. Luister empathisch. 6. Creëer synergie.
  • Daarnaast 7. Houd de zaag scherp. Ontwikkel jezelf op lichamelijk, geestelijk, spiritueel en sociaal-emotioneel gebied.

Principes
Covey begint het boek met te stellen dat je vanuit principes moet leven.

  • Hij gebruikt het bestuderen van 200 jaar literatuur als kwaliteitskenmerk, maar legt nooit uit welke literatuur hij nou gebruikt om tot déze 7 gewoonten of principes te komen en welke principes uit welke bronnen hij laat liggen en waarom. Aan het eind van het boek zegt hij dat volgens hem persoonlijk de principes van God komen.
  • Je moet/mag in stap 2 je principes kiezen, maar de principes lijken ook gegeven te zijn in de wijsheidsliteratuur. Er blijken dus goede en foute antwoorden te zijn.
  • De zeven stappen worden in de Nederlandse vertaling 7 “eigenschappen” genoemd, in het Engels 7 “habits”, en niet helemaal duidelijk is voor mij of dit ook de 7 principes zijn. Zijn nu de zeven eigenschappen/gewoonten voor Covey de zeven allerbelangrijkste principes?
  • Hoe zit het dan met bijvoorbeeld Aristoteliaanse principes als integriteit, nederigheid, trouw, gematigdheid, moed, rechtvaardigheid, geduld, ijver, eenvoud, bescheidenheid en de gulden regel? Of moet je principes zoeken op het niveau van: “ik wil weeskinderen in Roemenie dienen”, zoals hij het doel van zijn kleinkind aanhaalt. En hoe zit het met “liefde” als principe zoals andere Christenen dat als leidend voor het Christendom zien?

Dubbele bodem
Het boek wordt geafficheerd als managementboek hoe resultaat te boeken. Tegelijkertijd claimt het tussen de regels door dat deze aanpak geldig is voor het gehele leven: dat je op deze manier gelukkig wordt, succes heb, zekerheid voelt en op de goede manier samenleeft met familie, vrienden en collega’s. Deze inhoud, dat het ook spiritueel is, betrekking heeft op hoe je moet leven, en wat dan het doel van het leven is, wordt niet geexpliciteerd. Hierdoor voelt het alsof er een dubbele bodem in zit.

Conclusie
Het is echt een nuttig en handig boek hoe samen tot een synergetische oplossing te komen vol goede concepten en aanpakken. Zoals het hoofdstuk over eigenschap 5, waarin de principes van empatisch luisteren worden beschreven. En het nog niet genoemde P/PM concept, wat staat voor Produktie en ProduktieMachine. Als de produktie niet goed is, kijk dan ook en vooral naar de produktiemachine. En autobiografisch luisteren, wat luisteren is om vanuit je eigen referentiekader te reageren. Zie verder de twee uittreksels van 1 pagina en van 2 pagina’s.

Kritisch ben ik op Covey’s doel en zijn keuzes. Het lijkt duidelijker als je alles leest in het licht van een Goddelijk gebod. Maar zoiets als het Christendom als liefde krijgt weinig aandacht; het legt meer nadruk op werken en succes. Dat lijkt mij een nogal Calvijns idee. Is de verborgen boodschap dat werken Goddelijk is?

Voor mij kan een doel stellen en najagen zoals door Covey beschreven “Goddelijk” zijn, als in jij en je omgeving worden er gelukkig van. Echter, het moet wel in balans zijn met niets doen, met laten gebeuren en met ruimte om te kijken en te zien wat de omgeving je brengt.

Frankfurt, The Reasons of Love

Inleiding
Ik ben bezig met boeken over de liefde te lezen. Al lezende kwam ik bij Frankfurt, The Reasons of Love uit. Een mooi helder boekje van slechts 100 pagina’s. Ik heb een lang uittreksel, een korte en één met steekwoorden.

Frankfurt, The Reasons of LoveDe reden van liefde, oftewel waarom bestaat liefde, is omdat het richting en betekenis geeft aan het leven. Liefde is daarin het beginpunt. Het is geen rationeel besluit, het is geen gevoel. Liefde is belangeloos om iets of iemand geven.

Hiermee zegt Frankfurt wat mij betreft iets zinnigs over het einddoel van het leven, namelijk liefde, en brengt dat ook nog samen met betekenis geven aan het leven. Wow, daar was ik al een tijdje naar op zoek. Het geeft rust. Ik mag ergens van houden zonder dat ik het onderbouw. Het is een beginstation. Een nieuwe oorzaak-gevolg keten die je vanuit vrije wil verkiest te volgen.

Kritiek
Er blijken toch wel zaken te zijn die liefde mede bepalen. Er worden dingen onderscheiden als verlangen, geven om, liefde of houden van en wil en er wordt een “ik” gebruikt. De relaties tussen al die “dingen” lijkt wel altijd twee kanten op. Liefde wordt een configuratie van de wil genoemd, waar volgens mij mee wordt bedoeld dat liefde de wil bepaald en ook andersom de wil de liefde.

Zit er nou wel of geen keuze in liefde? Welke andere invloeden zijn dat dan? Wat is die wil? In “je kiest”, wie is “je”? En hoe of waarmee kies je?

Ook al blijft het verhaal niet helemaal staan voor mij, de richting helpt mij. Liefde of geven om geeft een doel. Dat doel helpt je om betekenis te geven aan het leven. Beter maar dat je niet kritisch onderzoekt waarom je ergens van houdt. En ook: kies waar je van houdt en leef van daaruit.

Andere mooie gedachten
De inleiding van het boek is glashelder. Filosofie is verwondering. Praktische filosofie is verwondering over hoe je moet leven. Wat mag, wat kan, wat wil je.

“Since we do not create ourselves, there is bound to be something about us of which we are not ourselves the cause.” Noot op pagina 20 Omdat we onszelf niet gecreëerd hebben zal er iets zijn wat niet uit onszelf komt. Dat geeft mijns inziens heel helder weer dat we nooit alles zelf kunnen begrijpen en bepalen.

“Autonomy is essentially a matter of whether we are active or passive in our motives and choices …”. Noot op pagina 20 Het gaat er niet om waar alle verlangens en motivaties vandaan komen, het gaat erom hoe je kiest daar mee om te gaan. Dit lost voor degenen die niet in de vrije wil geloven niets op, maar dit is wel zoals ik het ervaar. Je voelt of je wilt iets zonder dat je begrijpt waar het vandaan komt. En met mijn geloof in de vrije wil kan ik ingrijpen.

Het gaat niet om doel als in de stand van zaken in de eindsituatie; het gaat om richting en nuttig bezig zijn. Zonder doel wordt de vitaliteit van het zelf bedreigd. Liefde bindt ons zodat we niet meer hoeven te twijfelen. Dat geeft vrijheid, ruimte voor actie en rust.

Zelfliefde is het verlangen ergens van te houden, leren ergens van te houden. Van jezelf houden is tevreden met je doelen en liefde zijn. Liefde bestaat om leven betekenis te geven, om je gefocust wholehearted in een activiteit te begeven die zinvol is.

Boeddhistisch perspectief op geweld

Ik kwam in contact met “Oecumenische bezinning 2011, Hoe zien religies geweld? Visies op oorlog in jodendom, christendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme”. Het hoofdstuk over Buddhisme vond ik erg helder, zowel qua korte uitleg over het Buddhisme als over het standpunt ten aanzien van oorlog.

Doden mag niet volgens het Boeddhisme. Dat zeggen alle godsdiensten. Ook is het niet realistisch te verwachten dat dat niet gebeurt. Dat zeggen ook alle godsdiensten. Buddhisme zegt dat oorlog alleen uit te bannen is door inzicht, persoonlijk inzicht, door ieder afzonderlijk.

Hierbij de originele brochure en mijn uittreksel van het Boeddhistische standpunt.

Filosofie schema’s gebaseerd op Denken Doorzien

Ik heb een uittreksel gemaakt van de 22 afleveringen van de Teleac TV-serie “Denken Doorzien”, waarin de gehele westerse filosofie wordt behandeld.

Denken Doorzien

Deze heb ik tot een half A4-tje per aflevering teruggebracht. Hier heb ik schema’s per DVD van gemaakt: 1, 2, 3 en 4. Deze heb ik samengevoegd tot één schema op onderwerp en een schema waarin op het laagste niveau de standpunten zijn samenvoegd. En ik heb per hoofdonderwerp een typering gemaakt van filosofische standpunten.

De schema’s zijn voor mensen die niet al wat van filosofie weten misschien niet echt te lezen, want erg summier. Hieronder staan mijn conclusies die wel te lezen zouden moeten zijn voor iedereen.

Filosofie richt zich op het denken en weten, vooral op de vragen waar geen antwoord op is. Als er wel een antwoord op is dan is het wetenschap: vroeger was bijvoorbeeld de vraag waar materie uit bestond filosofisch, nu is het fysica. Filosofie houdt zich bezig met:
DD schema

  1. de mens: wat is de mens, heeft de mens een zelf, een identiteit en waar bestaat een mens uit?
  2. de wereld: wat is de wereld en kun je die kennen, wat is werkelijk, wat is tijd?
  3. kennis: wat is waarheid, wat is de bron van kennis, hoe werkt de wetenschap?
  4. betekenis: begrijpen we elkaar, wat is kunst?
  5. met anderen: wat mag en moet je doen, hoe worden dingen verdeeld?
  6. vrije wil: kan een mens kiezen of ligt alles vast?
  7. zin: wat is de zin van het leven, bepaal je die zelf of wordt die gegeven, heeft de wereld een patroon?

Ik heb vier stromingen van standpunten onderscheiden:

  1. Simpel zijn standpunten die voor de hand liggen, niet al te genuanceerd of lang over nagedacht: concreet, hard, klassiek, wetenschappelijk, onvrij, vechten, individualistisch, ervaring.
  2. Rede zijn de standpunten vooral gebaseerd op rede, op moderne wetenschap, logisch: redelijk, rationeel, tussenin, modern wetenschappelijk, objectief, vrij, pragmatisme, precies.
  3. Gevoel zijn de standpunten gebaseerd op gevoel en samen: romantiek, vloeit, tussenin, vrijheid, idealisme, sociaal, subjectief, niet zo precies.
  4. Metafysisch zijn de buitenwereldlijke standpunten: hogere sferen, God, overgave, mysterie, lichtvoetig, onbegrijpelijk, vaag.

Ik maak zelf niet echt keuzes in mijn filosofie. Ik zwerf tussen simpel, redelijk en gevoel. Ik zwerf bijvoorbeeld tussen “natuurlijk ben ik een zelf, gewoon dit lijf”, “ik ben een zelf wat ik schep in mijn brein” en “ik ben een zelf omdat anderen mij zo zien en ik heb anderen nodig om mijzelf identiteit te geven”. Het metafysische vind ik eng. Ik heb geen van God of anderszin gegeven ziel. Alhoewel ik ook dat niet helemaal uitsluit.